Don't you want to be popular?

Ik zit met mijn vriendin in een hoekje aan een tafel in onze stamkroeg in het dorp. We zitten gezellig te kletsen en hebben samen de grootste lol. Verderop aan de bar staat de jongen met wie ik op dat moment ‘iets’ heb. Althans, nóg wel…

Zoals gewoonlijk staat hij in het middelpunt van de belangstelling met zijn grappen en grollen. Hij heeft het hoogste woord en is alweer behoorlijk dronken. Ik zit met kromme tenen te wachten tot hij weer gaat zingen. Of kotsen, want ook dat is elke week traditie.

Dan komt hij naar ons toe om te vragen of ik er niet gezellig bij wil komen staan.

Nee. Dat zegt hij goed, ik wil er inderdaad niét gezellig bij komen staan.

Hij kijkt me niet begrijpend aan. ‘Wil je niet populair zijn?’ vraagt hij lachend.

Hoewel ik dit een hele gekke vraag vind (omdat populair zijn voor hem kennelijk hetzelfde is als publiekelijk de hansworst uithangen) is het wel een opmerking die me altijd is bijgebleven.

Wil ik niet populair zijn?

Nou. Nee. Niet per se.

Populair zijn staat voor mij synoniem voor het hebben van héél veel sociale contacten. Maar het hebben van héél veel sociale contacten betekent in mijn ogen ook: héél veel (andermans) drama, gezeur, gedoe, verwachtingen en verplichtingen.

Nu ik als volwassene terug kijk op mijn kindertijd dacht ik er als jong meisje – kennelijk onbewust – ook al zo over. Het is regelmatig voorgekomen dat mijn vriendinnetjes me kwamen ophalen en ik ter plekke verzon dat ik naar mijn oma moest, gewoon omdat ik liever alleen wilde zijn om lekker te lezen, schrijven, tekenen of muziek te luisteren.

Wanneer kinderen verjaardaguitnodigingen uitdeelden in de klas, hoopte ik stiekem dat ik er geen zou krijgen.

Feestjes waren leuk en gezellig, zo had ik geleerd. Ik durfde dus nooit te zegen dat ik er eigenlijk niet naartoe wilde. Vooral omdat andere kinderen wel blij waren als er weer eens een feestje was, begreep ik niet waarom ik nooit enthousiast kon zijn. 

Verlegen

Tegenwoordig zijn mijn echte vrienden ook nog steeds op één hand te tellen en spreek ik liever één op één met iemand af dan met een hele club. Tenzij ik de mensen echt goed ken, dan kan ik een groepje ook nog wel behappen.

Toch kan ik me in mijn eentje ook nog steeds prima vermaken.

Verlegen ben ik zeker niet. Ik heb jaren lang als leadzangeres opgetreden in verschillende bands en voor mijn werk heb ik regelmatig als waarzegster hele groepen en zelfs zalen geëntertaind. 

Al helpt het wel dat ik op dat moment een rol speel en niet handel als mezelf.

Ook heb ik gemerkt dat als ik zowel zakelijk als privé langere tijd in een groot gezelschap verblijf, ik de volgende dag bekaf ben en me het liefst de hele dag terugtrek. Gewoon, om even met niemand meer te hoeven praten. Overprikkeld.

Laatst zag ik ergens deze quote voorbij komen:

” Extraverte personen krijgen energie van andere mensen. Introverte mensen halen energie uit zichzelf. “

Ik denk dat dit klopt. Kijk maar eens om je heen. Op school, op het werk, in de media; de meeste extraverte mensen zijn populair en de meeste populaire personen zijn extravert.

Al kan schijn bedriegen en spelen ook veel introverten een rol waardoor het alleen maar lijkt alsof ze extravert zijn…

Introvert

Ook introvert en soms moeite met de buitenwereld? Interessante boeken over dit onderwerp vindt u >HERE

 

Op de foto: ik als 16 jarig meisje met mijn liefste vriendje Thierry.

Die mij in de struiken bij de bieb altijd stond op te wachten wanneer ik ‘ s nachts met mijn vriendin vanuit het dorp naar huis liep.

Die in het licht van de lantaarns de laatste tweehonderd meter naar huis vrolijk met me mee huppelde, waarbij ik elke week weer in de lach schoot om zijn luide stem die irritant hard nagalmde in de stille straten van de slapende wijk.

Die eenmaal binnen lekker warm tegen me aankroop en heerlijk bij me in slaap viel.

En die nooit zeurde wanneer ik als natural born introvert weer eens onopgemaakt in mijn pyjama met een potje thee op de bank heerlijk niet populair zat te wezen.

 

Personal blog >HOME

en_GBEnglish (UK)